Toen ik weer op gang geraakte na de hamstringproblemen heb ik me voorgenomen om mijn landenlijstje nog wat te aan te dikken en vandaar die in Slovakije in het voorjaar. De Balkanlanden komen daarvoor zeker in aanmerking, want ze zijn redelijk bereikbaar en het is er meestal ook goedkoper dan hier bij ons in het Westen en dus komt Zagreb, de hoofdstad van Kroatië in het vizier. Er zullen dan zeven weken verstreken zijn na die in Bretagne en dat lijkt voldoende om me weer wat klaar te stomen.
Zjan staat niet te springen om mee te gaan en dus vraag ik het gezelschap van Joost. Hij kan nog enkele dagen vrij krijgen op zijn werk en we beslissen om met de auto te gaan. Ik ga wel goed op mijn snelheid letten. Twee marathons op rij met een snelheidsboete is genoeg. Zjan zal tijdens onze afwezigheid zich ontfermen over onze kleinzonen, de hond en onze schapen.
Ik schrijf in, boek een hotelkamer in Zagreb en een B&B in Zuid-Duitsland zodat we donderdag al in de namiddag kunnen vertrekken en dan bijna 400 km kunnen rijden en vrijdag de rest van de rit afwerken. In het trainingsprogramma van JMT zitten nu duurlopen en dus ga ik enkele keren met de groep en het lijkt goed te gaan. In de laatste week doe ik twee keer een testloop met daarin 3 kilometer aan wat ik hoop dat mijn marathontempo zou kunnen zijn. Dat betekent ongeveer 6:15 per kilometer, maar trager in de marathon vind ik ook wel oké.
Donderdag in de namiddag laden we de TT in en vertrekken naar Stockstadt even voorbij Frankfurt, waar we om 21.15 uur aankomen. De receptie is nog bemand. We eten in onze kamer een meegebrachte maaltijd en drinken een meegebrachte Duvel. We kunnen vroeg ontbijten en dus zijn we om 7 uur al weer op weg door Duitsland, Oostenrijk, Slovenië en ten slotte Kroatië.
We vinden een ondergrondse parkeergarage waar we voor € 45 de auto mogen stallen voor heel ons verblijf. Onze B&B ligt op 500 meter daar vandaan en we kunnen binnen dankzij een code die ons werd toegestuurd. We gaan nog even buiten voor een maaltijd en een biertje.
Op zaterdagmorgen krijgen we een fijn ontbijt. Omdat we de volgende dagen telkens vroeg zullen weg zijn, zeggen we aan de ontbijt-dame dat we de volgende dagen niet komen ontbijten. Ze antwoordt dat ze voor elke ochtend een pakketje voor ons zal klaarleggen in de frigo en daar zijn we heel blij mee. Het centrale plein ligt op amper 300 meter en daar haal ik mijn borstnummer, het T-shirt en een goedgevulde goodybag.
We sluiten aan bij een gids die een stadswandeling begeleidt en daar heel boeiend bij vertelt. We houden het rustig in de namiddag en gaan ’s avonds bij een Italiaan voor de obligate pasta. Ik vraag en krijg een tweede portie, want ze zijn niet erg groot maar wel goedkoop. We gaan voor een eerste nacht in onze B&B. Ik leg alles klaar en kom tot de vaststelling dat ik mijn loopshort thuis vergeten ben. Gelukkig vind ik een sportwinkel die nog open is en kan ik er daar eentje kopen. Het wekkertje staat op 6 uur, want ik wil dat mijn bolletjes verteerd zijn en de koolhydraten zijn omgezet in glycogeen voor we om 9 uur van start gaan.
13 oktober, 8.15 uur, Joost en ik wandelen naar het plein. Een kwartiertje voor de start ga ik mij opstellen en Joost vertrekt voor een wandeling langs het parcours. Volgens de website zouden er iets meer dan 1000 marathonlopers en bijna 3000 deelnemers aan de halve klaarstaan. Het startschot wordt gegeven en na een tweetal minuten loop ik over de startmat. We draaien al snel naar het noorden en dat wordt de bovenstad genoemd. Dat is duidelijk voelbaar: na 4 kilometer zitten we 50 meter hoger, maar daarna mogen we langs dezelfde weg terug naar het centrum en dat is dus evenveel dalen. Zelfs bij het klimmen zit mijn tempo zoals gehoopt en naar beneden daar zelfs flink onder. Tijdens de klim zie ik Joost voor de eerste keer en bij het dalen staat hij weer klaar voor een aanmoediging en een foto.
Wanneer we terug beneden zijn, moeten we naar het oosten voor 3,5 km, nu gelukkig vlak en dan weer terug naar het centrum. Dit stuk zit niet in de wandeling van Joost. We beginnen aan een stuk westwaarts en dan op een parallelweg terug naar start- en aankomstzone. Daar haken 3/4de van de lopers af; hun halve marathon zit er op.
Even daarvoor stel ik vast dat een jonge loper de hele tijd in mijn buurt zit. Ik vraag of alles oké is en dat volstaat om een gesprek op gang te brengen.
Hij is natuurlijk verbaasd en erg onder de indruk als hij de streepjes achteraan op mijn shirt ziet en nog meer als hij informeert naar mijn leeftijd. Hij ziet ook mijn voornaam op mijn shirt en zegt dan dat zijn voornaam dezelfde is, maar zonder de L daarin. Hij heet dus Cem. Ik vraag naar de afkomst en zijn ouders zijn Koerden die naar Duitsland waren uitgeweken waar hij geboren is. Nu woont hij in Wenen. Vorig jaar liep hij zijn eerste marathon in 4:36 uur en hij zou daar vandaag graag 6 minuten afdoen. Even voor ons lopen twee jonge dames als pacers voor 4:30 uur en ik zeg hem dat hij daarbij moet aansluiten. Hij zegt dat hij ze op een afstandje volgt en op ’t einde wat zal versnellen. Dat lijkt me overmoedig, maar ik zeg er niets van. Hij is heel nieuwsgierig of beter: leergierig en vraagt honderduit. Na 2:14:30 uur beginnen we samen aan de tweede helft en dat is nog twee keer een lus van 10,5 km in het centrum.
De twee haas-meisjes en de drie lopers in hun spoor stoppen aan de bevoorradingen en zo komen Cem en ik vanzelf bij dat groepje. Ik vraag of we mee mogen en natuurlijk mag dat. Ook nu ontstaan gesprekken waarbij eens te meer verbazing ontstaat over mijn palmares en mijn leeftijd. Ik krijg het gevoel dat ik het tempo van de meisjes aankan en dan zou ik, en dus ook Cem, onder 4:30 finishen wat ons beiden zeer zou verheugen. Af en toe gaan ze iets te snel, maar als ze vaststellen dat er een gaatje valt houden ze wat in. Toch zijn ze twee van de volgers kwijt geraakt, maar een Sloveense vrouw komt aanhaken. We passeren de aankomst voor de laatste ronde en helaas begint het weer te wringen in mijn ingewanden en dat ondanks twee immodiumtabletten voor de start. In het straatje vlak achter de finish zijn tentjes voor het omkleden opgesteld en daar staat ook een rijtje toiletten. Dat had ik bij het afhalen van mijn nummer al gezien en gelukkig komt het probleem net daar opzetten, want in een stadsmarathon is de oplossing niet eenvoudig.
Ik moet mijn groepje spijtig genoeg laten gaan. Wanneer ik na 2,5 minuten terug op het parcours ben, komt er die speciale verbeten instelling weer over mij: ik ga niet vertragen, ik ga die meisjes proberen in te halen, die 4:30 uur moet nog haalbaar zijn. Ik begin te rekenen. Bij elk kilometerbord tel ik uit hoeveel tijd nog rest. Wanneer ik nog kan rekenen zit het goed, dat ondervond ik al eerder. Bij elk bord wordt het zekerder, ik ga dat halen. Ik loop ook kilometers van maar net boven 6 minuten en op ’t einde zelfs daaronder. In de voorlaatste kilometer haal ik Cem in. Ik zeg hem dat als hij met mij meekan, hij zijn streefdoel zal halen. Hij probeert even maar natuurlijk lukt dat niet, maar hij zal maar 30 seconden boven zijn streefdoel finishen.
Ik kom na 4:28:43 uur over de meet en daarmee ben ik natuurlijk heel blij. Dat is 20 minuten beter dan de vorige en bovendien realiseer ik, dankzij die eenzame stormloop in de laatste ronde, weer een negatieve split van 77 seconden. Als die 2,5 minuut toiletpauze er niet geweest zouden zijn, zou dat bijna vier minuten zijn. Volgens mijn Garmin is de marathon bovendien bijna 800 meter te lang. Dat is goed voor 5 minuten. Daarmee rekening houdend benadert deze prestatie die van Jodogne in augustus.
Nadat Joost op minstens vijf plaatsen op het parcours stond voor een aanmoediging en een foto staat hij natuurlijk ook aan de finish klaar om mijn aankomst op foto vast te leggen. Zo’n privéfotograaf is toch wel wat waard!
De pacer-meisjes zijn maar een goede minuut voor mij, dus heb ik hen nog wat ingehaald na mijn break. Ik word 479ste van de 622 finishers. Merkwaardige vaststelling: zowat 60 lopers hebben opgegeven en dat is bijna 10%. Ook merkwaardig: de organisatie meldt op de website bijna 1100 inschrijvers en nog geen 700 zijn komen opdagen. Bij de deelnemers zijn twee mannen van +75 en die zijn sneller dan ik. Straffe kerels! In mijn categorie startten we met 5 en 3 daarvan geven op en dat vind ik raar. De enige andere leeftijdsgenoot die uitloopt, komt meer dan 20 minuten na mij aan. Het is een Italiaan en na 30 kilometer zat hij 13 minuten voor mij, maar na 40 kilometer is hij al een kwartier na mij. Raar dat iemand met zo’n leeftijd zich zo vergaloppeert. Ik win dus nog maar eens in mijn categorie, maar helaas levert dat geen ceremonie op.
Ik krijg, naast de medaille, ook een biertje en een schaaltje pasta van de organisatie, en na de douche verdienen Joost en ik een biertje op een terras.
We gaan lekker eten op zondagavond en we staan maandag al om 8 uur klaar voor een daguitstap naar Plitvica, een buitengewoon mooi natuurpark. Op dinsdag zitten we om 4.35 uur in de TT en goed 12 uur en 1237 kilometer later drinken we thuis een welverdiende Duvel.
Comments