door Jan Mertens
Brugge of Brussel? Dat was de vraag van het bestuur van JMT aan de leden voor het najaarsdoel van 2019. Als geboren Brusselaar en fan van de 20 km, was de keuze voor mij snel gemaakt. Tot mijn spijt bleek de meerderheid voor Brugge te kiezen. Waarschijnlijk omdat het parcours daar vlakker en minder selectief is. Lopers die de 20 km door Brussel en/of de marathon in Brussel reeds liepen weten dat het daar flink golft. Onze pa had Brugge nog niet op zijn uitgebreide palmares staan en zijn keuze voor de West-Vlaamse hoofdstad overtuigde mij mede om ook daar voor in te schrijven.
Na de verpulvering van mijn PR in Rotterdam in het voorjaar en de verbetering van mijn besttijd in Brussel, was mijn loopjaar al geslaagd en moest er in Brugge dus niets.
De fiasco’s met de reisbussen in Rotterdam en Brussel hadden ons zoveel stress bezorgd dat we besloten ons wel voor de marathon in te schrijven, maar niet voor de bus die de club inlegde. We zouden met de auto naar Brugge gaan zodat we in alle rust en kalmte de laatste voorbereidingen konden doen zoals nummer en t-shirt afhalen, gordels klaarmaken, ….
Samen met de anderen in groep 6 begonnen we aan onze voorbereiding in de zomer. Onze groep werd versterkt met Luc Willekens en Wim Cochet. Jan De Laender zou in Eindhoven gaan lopen en paste zijn schema een weekje aan. In de zomer liepen Jan en Kurt Vanlommel op wedstrijden van +/- 10 km tijden om ‘U’ tegen te zeggen. Ook bij mij gingen de trainingen zeer goed en legde ik er dik de pees op wanneer ik aan kop liep van ons groepje. Luc was op dieet en stond steeds scherper. Het was duidelijk dat iedereen in augustus en september naar een goede vorm aan het groeien was. Ambities en wensen werden uitgesproken: Kurt wilde een nieuw PR lopen en ik zou hem daarbij vergezellen. Niels Huijs wilde vooral met een beter gevoel lopen dan dat hij in Rotterdam deed. Daar had hij zich halfweg zwaar vergaloppeerd en was met slechte tijd en dito gevoel over de meet gesukkeld. Jan wilde beter doen dan zijn debuut in Barcelona. Ook Wim en Luc wilden een knalprestatie neerzetten. Jammer genoeg zou Laura passen voor Brugge. Jo Vernelen sukkelde met een blessure en vreesde voor een goede marathon. Ook Luc bleek niet tijdig te herstellen van een opgelopen blessure. Hij heeft verstek moeten geven.
Begin september begon ik ook weer op mijn eten te letten. Er moest ongeveer 5kg af om op marathongewicht te komen. Door amper te snoepen en alcohol achterwege te laten gingen de kilootjes er redelijk snel van af en belandde ik al snel op het gewenste gewicht.
Midden in het uithoudingsblok stond ik op donderdag 19-09 op en voelde een stekende pijn in mijn linker kuit. Ik wist dadelijk dat ik weer last had van een contractuur. In juli had ik al eens last gehad van dezelfde kwaal. Omdat Dieter Mols, de kiné, mij pas een kleine week later kon ontvangen en ik een dry needling-behandeling nodig had om van de dubbele contractuur af te komen, miste ik een 100-tal trainingskilometers. Daardoor sloeg de twijfel wel een beetje toe en vreesde ik genoegen te moeten nemen met een tijd dichter bij de 3u38 dan bij de 3u30. Bij de volgende groepstrainingen liet ik mijn tempo wat zakken en liet het commando meestal over aan Jan. Die nam zijn taak zeer ernstig en sleurde stevig aan kop van het pelotonnetje. Zijn vormpeil ging duidelijk in stijgende lijn.
De halfjaarlijkse bedevaart naar Scherpenheuvel verliep heel vlot en we konden ontspannen onze kilometers afmalen terwijl er veel verteld en vooral gelachen werd met ‘klotsende zakken’ en ‘dikke bougies’. Iedereen leek klaar te zijn voor zijn marathon. In de daaropvolgende week ontstond er toch spanning in beide billen. Weer sloeg de twijfel toe. Gelukkig kon ik snel bij Dieter terecht en moest hij niet prikken. Het probleem in bekken en ruggengraat werd verholpen met een kraaksessie en ’s zaterdags kon ik alweer trainen.
Tijdens de gezamenlijke trainingen werd er veel over de marathon gesproken. Het proteïne/koolhydraten-dieet werd besproken en concrete reisplannen werden opgesteld. In de aanloop stookten vooral Kurt en ik elkaar constant op met whatsappjes en mailtjes. Het was duidelijk: wij zouden knallen!
Op de zondag van Eindhoven volgden we de exploten van onze collega’s op de voet. Medailles en ereplaatsen werden behaald op het BK en Jan De Laender knalde zijn debuuttijd van de tabellen en ging met 03u28:16, 31 seconden onder mijn besttijd. Dit zorgde voor extra inspiratie maar in de laatste dagen voor de start, nam de twijfel weer de bovenhand. In mijn linkerdij zat er na de laatste dinsdagtraining een pijnlijke plek waarvan ik hoopte dat Geert Claes ze er woensdag wel zou uit masseren. Op donderdag werd de pijn erger en tot overmaat van ramp was er bij Dieter geen plaats meer voor een behandeling. Het zou dus zo moeten zondag.
In de aanloop naar Brugge sukkelde ook onze pa met kwaaltjes aan de dij en de soleus. Ondanks een intensieve behandeling bleef de pijn terug komen en besliste hij geen risico’s te nemen en te passen voor Brugge. Verdomd jammer, want een jaar na New York zouden we samen nog eens een marathon gaan lopen.
Op zondagochtend om 6u30 vertrok ik met de wagen om Wim Rijken, die had aangegeven ook graag met de auto mee te rijden, op te pikken. Op de ring steek ik de JMT-bus voorbij. Pas voorbij Gent zullen we ze opnieuw passeren. We stoppen bij Kurt thuis waar hij samen met Niels, diens vrouw Kristien en Kurts nichtje Sofie aanpikken. Onderweg naar Brugge wordt er ontbeten. Wim houdt het bij sandwiches en ik nuttig wederom het onontbeerlijke Mertens-Marathon-ontbijt van Honey-pops met Alpro chocodessert.
In Brugge aangekomen parkeren we onze auto ondergronds aan ’t Zand en wandelen naar de eventsite op de Markt. Nadat we onze nummers en t-shirts hebben afgehaald ontmoeten we de eerste JMT’ers op de binnenplaats van het Belfort. Er wordt gepolst naar verwachtingen en ambities. Ook het ontbreken van onze pa is een item.
Ondanks het feit dat we heel hard naar deze dag hebben toegeleefd – getuigen de vele Whatsappberichtjes van de laatste dagen – is er enkel gezonde spanning te merken bij de loopvrienden. Ikzelf doe vrolijk mee, maar heb door de gemiste kilometers en kwaaltjes van de laatste dagen toch redelijk wat twijfels. De conditie is er, daar ben ik van overtuigd, maar door die pijnlijke plek in mijn bovenbeen maak ik mij toch wel zorgen voor wat er na km 30 gaat gebeuren.
Voor we de startvakken opzoeken, gaan we nog even voor een sanitaire stop. Onderweg komen we onze coach Michel tegen en hij wenst ons succes geeft ons nog snel wat goede raad: ‘niet te rap starten, hé!’
Wanneer we opschuiven naar het vak van de 3u30 komen we een heel aantal JMT-ers tegen en we wensen iedereen succes en geven high-fives. Als we bijna aan onze plaats zijn, ontmoeten we Jan De Laender en zijn Katrien. Zij hebben een weekendje zee geboekt om te komen supporteren. Hoe geweldig is dat?!
In ons vak staan ook Jo Vernelen, Wim Cochet en Sven Goossens. Na de start blijven we allemaal in elkaars buurt op de smalle wegen. Hier en daar staan paaltjes en verkeersborden in de weg. Eigenlijk geen goed idee om daar 4500 lopers over te jagen, maar ja moeilijk lukt ook. De eerste kilometer gaat wat te snel, de volgende worden al aan een juister tempo afgelegd. Kurt en ik kunnen goed samen blijven en weten dat, zodra we op bredere wegen komen, we ons tempo kunnen corrigeren. We zien Michel nog staan op een helling naast het parcours. Inmiddels zien we ook Niels en Jo niet meer in ons zog. Wim zijn we in het gedrum van de eerste 500m al kwijt geraakt.
Net buiten Brugge staan Sofie en Kristien met hun fietsen klaar om aan te pikken. Nog snel en fotootje en ze zijn mee weg. Ook Liesbeth Cochet en Huguette Moons staan aan de kant te supporteren.
Na het centrum van Brugge komen we op het lange en geweldig saaie stuk langs het Boudewijnkanaal. Opeens ontwaren we in de verte een JMT-jas in de berm. We vragen ons af wie dat zou zijn en als we dichterbij komen, zien we tot ons groot plezier dat het Kris Willems is. Ik vind het leuk hem nog eens te zien want dat was al lang geleden. Na een eerste gelleke, komen we aan de Herdersbrug waar de parcoursen van de hele en de halve marathon splitsen. Aan de voet van de brug staan Jan en Katrien te supporteren en foto’s te nemen. In Lissewegen zien we plots Bart Gijsels en Anja. Bart is niet kunnen starten omwille van een blessure, maar komt wel zijn maats aanmoedigen. Chique! Even later is het zover. Kurt moet de kant in voor een korte sanitaire stop. We hadden overeengekomen niet te wachten en te zien of we elkaar zouden inhalen. Ik hoop dat hij dat nog kan, maar laat het tempo niet zakken. Ik kijk regelmatig om en zie hem af en toe lopen. De afstand tussen ons is niet echt groot, maar ik wil niet dat hij zich zou forceren om mij bij te halen.
Voorlopig moet ik alleen verder en stel mij daar dan ook mentaal op in. Bij de deelnemers voor mij zie ik een JMT-jasje en weet dat dat Nick Paulussen is. Langzamerhand loop ik op hem in en in Zwankendamme kom ik bij hem. Ik moedig hem aan en hij hangt zijn wagonnetje aan, maar moet redelijk snel weer lossen. Wanneer we rond de oudste Zeebrugse dokken lopen, is de weg opgesplitst in een heen en terug stuk. Er staat een wagen met een koppel luidsprekers waaruit muziek knalt maar van veel sfeer kan je hier niet spreken. Op dit stuk kom ik de koploper tegen. Het duurt nog lang voor de achtervolgers verschijnen. Aan het einde van de lange bocht zie ik David Jansen als eerste JMT-er. We moedigen elkaar aan bij het passeren. In Zeebrugge staat er al iets meer volk langs de weg, maar echt vrolijk word ik er niet van. Des te meer deugd doet het om de volgende JMT-ers te zien lopen. Wim heeft zijn clubtenue niet aan en dus heb ik hem gemist. Wel zie ik Bjorn Joos en Bram Mermans lopen. Ik roep hen en duimen worden opgestoken. Opnieuw staan Jan en Katrien een de kant van de weg de lopers aan te moedigen. Ook Linda staat bij hen in de buurt. Omdat we in het grootste deel van Zeebrugge over een 2-richtingsparcours moeten, zie ik ook Nick, Kurt, Niels, Jo, en Wim nog lopen. Op de terugweg zie nog enkele anderen. Ik roep op Johan Rodder en Frank Mangelschots. Marc Bakelants, Paul Hansen en Patrick Bijnens heb ik gemist, net als Dirk De Bie en Peter Convens.
In de lange bocht rond de dokken zie ik wel nog Linda, Els en Tessa, Ilse, Wendy en Caroline, en ook Katharine, Magda en Alex evenals Richard en Myriam op de fiets. Iedereen geeft en krijgt een aanmoediging. Op een ellendig saai parcours zijn de momenten dat je je clubgenoten ziet lopen, deugddoend.
We zijn nu even over halfweg en stilaan begint er spanning te komen in mijn rechterbil en mijn linkerdij begint pijn te doen. Net waar ik zo voor vreesde. De ademhaling gaat heel goed. Mijn hartslagmeter stopte al na 2 km met zijn werk, dus ik heb er geen idee van hoe het op dat vlak zit maar ik voel me nog heel goed. Ik neem me voor om door te blijven gaan aan het tempo van 4:50-4:55/km dat ik al geruime tijd redelijk constant kan aanhouden. Meer en meer kan ik lopers inhalen en dat geeft vertrouwen. Opnieuw zie ik Bart en Anja en ook Kris Willems staat wat verder opnieuw aan de kant van het kanaal. Even later word ik ingehaald door een dame op de fiets die mij aanmoedigt met een ‘Komaan JMT’. Ze fietst even verder en ik zie dat ze naast Filip Lauwers blijft rijden. Ik haal hem bij en vraag hoe het gaat. Hij schudt het hoofd en zegt dat hij krampen heeft. Na nog een ‘komaan jong, volhouden!’ laat ik hem achter en steek de brug richting Dudzele over. Ook hier staan Jan en Katrien weer te supporteren. Hun steun doet ongelooflijk deugd, maar ik kom in een fase waarin ik vooral oog heb voor de weg, voor mezelf en voor mijn tempo.
Na dit dorpje belandden we tussen de velden en weiden. De pijn wordt niet echt erger en het tempo gaat een heel klein beetje de hoogte in. Ik voel me nog steeds goed en rond km 30 denk ik ‘oh, maar 12 km meer’ i.p.v. ‘amai, nog 12 km’. Ik kan steeds meer lopers inhalen, maar vanaf nu komen we ook wandelaars tegen. Dit vind ik persoonlijk één van de meest idiote ideeën die ze bij Golazo ooit hebben gehad: wandelaars op een marathonparcours. Ze lopen letterlijk in de weg. Zeker als ze ook nog eens met 3 of 4 naast elkaar aan de binnenkant van de baan gaan stappen. Om mijn ongenoegen te uiten, haal ik vlak achter een 3-tal naast elkaar stappende dames een lading snot op en rochel eens loeihard. Van het verschieten springen ze bijna in de gracht. ‘Zjust te goei’ denk ik dan.
Opeens zie ik groen-wit voor mij lopen en vraag mij af wie dat is. Het is een goed mikpunt en ik versnel mijn tempo een heel klein beetje. Peter Convens loopt voor me en aan de drankpost van km 34 kom ik bij hem. We moedigen elkaar aan en ik ga door op mijn elan.
Na een controle van mijn tussentijd en een korte berekening, kom ik tot de conclusie dat ik, indien ik niet zou verzwakken, wel eens een PR zou kunnen lopen. Dat idee geeft moed en ik loop verder tegen ongeveer 4:50/km met af en toe al eens een snellere km er tussen.
Het volgende groen-witte shirt komt in zicht en als ik op een 100 m achter Sven ben, moet hij plots stappen. Ik loop hem voorbij een met een gebalde vuist moedig ik hem even aan. De kilometers worden zeer vlot weggewerkt en de pijn wordt niet erger. Ik ga dit volhouden tot aan de aankomst, dat weet ik zeker.
Op km38 staat Michel, onze coach. Hij vraagt hoe het gaat en ik steek mijn duim op. Even later komt hij naast mij fietsen. ‘Komaan, jong’ zegt hij ‘zie je ginder die vlaggen van de 3u30-pacers? Daar ga je naar toe lopen! Je bent er bijna. Laat die hartslag en die ademhaling maar omhoog gaan.’ Een PR zit er in, is mijn antwoord. ‘Da’s zeker’ zegt hij weer, ‘focus houden nu! De weg gaat seffens naar links en daarna naar rechts langs de vaart. Je gaat het kunnen! Uw pa gaat trots zijn! Komaan, nog efkes, ik zie je na de meet! Vooruit nu, gas open!!’ en weg is hij. Zijn woorden geven mij vleugels en ik versnel naar 4:37 en 4:u39/km. Ik vlieg richting de aankomst.
Tegen dat we aan het einde van de Damse Vaart komen, loop ik de pacers in en op km 40 stoppen ze in de bevoorradingszone. Kristien en Sofie steken mij voorbij. Ze zijn bij Kurt en Niels weggereden om hen op te wachten aan de meet. Ze moedigen mij nog aan en ik steek opnieuw mijn duim omhoog . Eénmaal in Brugge ga ik op de stoep lopen. De plaveien liggen er vlakker dan de kasseien op de wegen. De ene na de andere loper laat ik achter. 3u25 gaat niet lukken zie op mijn chrono, maar een PR wel! In de laatste bocht voor de aankomst zie ik een groepje JMT-ers staan. Eén van hen, Staf Wielockx, pikkelt met een brace rond zijn knie tot halfweg de baan en roept dat ik de bocht moet afsnijden. Ik doe wat hij zegt, maar er lopen toch wel weer van die verdomde wandelaars in de weg zeker. Door mijn snelheid is uitwijken geen optie meer en zie dat er tussen 2 van hen een ruimte van een kleine halve meter zit. Ik besluit er tussen door te lopen, maar raak één van hen vol tegen de schouder omdat ze schrikt en net opzij (naar de verkeerde kant) beweegt. Ze wordt opzij geduwd en roept iets. Wat het was zal ik nooit weten want ik was zo gefocust dat ik het niet verstond.
De laatste honderden meters leg ik af tegen 4:15/km en aan de aankomst zie ik 03:28 en nog iets op de klok staan. Ik duw af bij het passeren van de aankomststreep en realiseer mij dat ik de brutotijd zag staan op de klok. Ik check mijn horloge en zie dat ik 3u26u07 heb gelopen! Even weet ik niet waar ik het heb en het lijkt of ik ga hyperventileren. Emoties wellen even op, maar al snel kom ik tot het besef dat ik een schitterende marathon heb gelopen. De hele tijd een goed gevoel gehad, de pijn binnen de perken gebleven, het gevoel een snellere 2de helft te hebben afgelegd,… Wow! Wat een gevoel! Ikke, ja ikke!!.
Ik ontvang mijn medaille, pik een fles water en sportdrank en een reep op en wandel naar de uitgang van de aankomstzone. Op dat moment komen Sofie en Kristien net aan en we gaan samen kijken naar de laatste 50 m. We zien Jo Vernelen net onder 3u30 blijven en Peter loopt ook binnen. Dan komen Kurt en Niels. Zij snellen naar 3u30:24! Kurt verwijst zijn vorige PR naar de prullenbak met wel 15 minuten.
Aan de uitgang van de aankomstzone zien we elkaar terug en geven elkaar highfives en een knuffel. Wat een prestaties! Alles doet pijn bij iedereen maar iedereen is één en al big smile.
Kurt en Sofie vallen elkaar geëmotioneerd in de armen en eren samen #teamopa. Sport kan oh zo mooi zijn. Samen met Peter en Bjorn Joos nemen we de tijd voor foto’s en felicitaties. Ondertussen komen ook Nick en Sven binnengelopen. Noi blijkbaar ook, maar haar missen we spijtig genoeg.
Na een tijdje te hebben staan nagenieten begin ik het koud te krijgen en Jan leent me zijn JMT-vest. Kurt en ik halen onze tassen op en vloeken behoorlijk wanneer we de trappen van het Belfort op en vooral af moeten. Op weg naar de douches komen we Peter tegen die met ons mee verder wandelt. Wim en David zijn gedoucht en gaan terug in de richting van de Burg waar je een Brugse Zot kan drinken en waar de leerlingen van Spermalie voor hapjes hebben gezorgd. Daar spreken we af elkaar na onze wasbeurt terug te ontmoeten.
De douches bevinden zich in een school een pak verderop en opnieuw worden we gedwongen om trappen op en af te lopen. Na een verkwikkende douche komen we bij het verlaten van de school Marc Bakelants en Frank Mangelschots tegen. Ik zeg tegen Marc dat het toch wel aan zijn aanwezigheid moet liggen dat ik weer een PR heb gelopen. Net als in Eindhoven en Rotterdam was hij er bij toen ik mijn besttijden verbeterde.
Op de Burg genieten van de biertjes en hapjes en komen we nog andere JMT-ers tegen. Wim en ik besluiten dat het tijd wordt om te vertrekken en nemen afscheid van Niels, Kurt en de dames. Op de Markt zoek ik Jan nog op om hem zijn jas nog terug te bezorgen en ook hier ontmoeten we nog een aantal ploeggenoten. We blijven nog even hangen en trekken dan richting ’t Zand om de auto te gaan halen en naar Mol terug te keren.
Onderweg analyseren Wim en ik onze marathons en de prestaties van onze collega’s. Er werd snel gelopen en de meesten zijn met een goed gevoel over de meet gekomen.
Nummer 6 is een feit en het was een goeie. Een hele goeie. Ik heb nog geen enkele marathon met zulk een goed gevoel gelopen ondanks de pijn. Een prestatie waar ik zeer trots op ben maar die er niet was gekomen zonder de steun van familie en vrienden. Vooral mijn dames thuis verdienen een hele dikke merci voor het geduld en gemis. Ook de loopmaatjes van groep 6 – en bij uitbereiding, heel JMT: bedankt voor de steun en de vele trainingskilometers. Michel voor de schema’s, de adviezen en vooral voor de vleugels in de laatste 4km.
Een dikke merci aan Kurt voor het samen toeleven naar de grote dag. Ook aan alle supporters van JMT aan de kant van het parcours, dank voor jullie steun. Het heeft zeker geholpen. Jan De Laender en Katrien verdienen een speciale vermelding want zij stonden zo dikwijls langs de kant van de weg dat ze wel een vliegende supportersbrigade leken.
Graag tot een volgende….
Comentarios